1
Cornelis Aaronsz. Duerkant is
geboren omstreeks 1575.
Cornelis is overleden, ongeveer 69 jaar oud.
Hij is begraven op 11-06-1644 in Utrecht (St. Jacob).
Notitie
bij overlijden van Cornelis: wordt begraven Cornelis Aronsz. Duerkant,
wonende op den Noort, laat na ’zijn huijsfr. mit echte
mundige en onmundige kijnderen’
Notitie
bij Cornelis: Cornelis Aaronsz. en Barbara Petersdr., wonende te Nijenoord,
verkrijgen op
10-02-1624 en op 10-08-1624 octrooi om te testeren.[1]
Op 23-04-1636 maakte Aaron Corneliss Duerkant en zijn
vrouw Maijchien Adriaenss Haes
voor de notaris Nijenrode een voogdbenoeming op voor hun
onmundige kinderen.
Zij benoemden: Cornelis Aaronsz. zijn vader en Jan van
Vechoven not(ari)s zijn zwager en voorts van haar kant,
haar vader Adriaen Janss Haes en haar broer Jan Adriaenss
Haes.
Zie aldaar voor verdere informatie, de akte zelf moet
opgezocht worden!
Nicolaas van der Molen, notaris, plecht op 23-04-1638 aan
Cornelis Aaronsz. Duercant,
Buiten de Weert woonachtig; een huis, hofstede en
stallinge 1e placht F 500,-
t.b.v de Weduwe
van Mr. Hendrik Gestel en 2e plecht F 800,- met - (min) 5 1/2%.
Het perceel met
z’n toebehoren is gelegen op de Korte Vliestraat tegenover de stapel[2]
Op 08-06-1640 wordt ’Cornelis Arons Duerkant op den Legen
Noort
ontboden zijnde om momboirs te presenteren over het
onmundich kijnt bij
sijn za(lige): huijsfr(ouw) nagelaten, is niet
gecomp(areer)t.[3]
[1] Boek: ’Octrooien om te testeren’ door J.H.M. Putman.
hetwelk verwijst naar de notaris Willem Brecht
[2] Het Utrechts Archief; Transporten en Plechten der Stad
Utrecht.
[3] Idem; Besoigneregister van de momboirkamer te Utrecht.
Beroep:
|
|
hoepsnijder (1625) |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Cornelis:
(1) trouwde, ongeveer 21 jaar oud, omstreeks 1596 met Barbara Peters.
Zij is begraven op 05-09-1625 in Utrecht (St. Jacob).
Notitie
bij overlijden van Barbara: wordt begraven Barbara Peters, huijsfrouw van Cornelis Arensz.,
hoepsnijder, laat na ’haer man ende mundige kijnderen’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
(2) trouwde, ongeveer 52 jaar oud, op 14-05-1627 in
Utrecht (St. Geert) met Neeltje
Herberts van Deijl.
Notitie
bij het huwelijk van Cornelis en Neeltje: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Cornelis Aaronnsen Duercamp(!), weduwnaar van Barber
Pieters,
’wonende op de
Noord buijten de weerd’ en Neeltjen Herberts van Deijl,
afkomstig van Utrecht, ’wonende achter Clarenbuick.’
Geboden bevolen te Amsterdam, acte gezien.
Zij is begraven op
13-08-1638 in Utrecht (St. Jacob).
Notitie
bij overlijden van Neeltje: wordt begraven Neeltgen Herberts van Deijl,
huijsvr. van Cornelis Aronsz. Duerkant,
wonende op den
legen noort, en laat na ’haer man met een echt onmundich kijnt.’
Kinderen van Cornelis en
Barbara:
1 Aaron (Aarnout)
Cornelisz. Duerkant, geboren
omstreeks 1597. Volgt II.
2 Jannichgen Cornelis
Duerkant, geboren omstreeks 1600. Volgt VIII.
3 Aelsken Duerkant, geboren omstreeks 1603. Volgt IX.
4 Peterske Duerkant, geboren omstreeks 1605. Volgt X.
Kind van Cornelis en
Neeltje:
5 Barber
Duerkant. Zij is gedoopt omstreeks
1628.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
II. Aaron (Aarnout) Cornelisz. Duerkant is geboren omstreeks 1597,
zoon van Cornelis Aaronsz. Duerkant (zie 1) en Barbara Peters.
Aaron is overleden, ongeveer 70 jaar oud. Hij is begraven op 24-08-1667 in
Utrecht.
Notitie
bij Aaron: ’Aron
Corneliss Duercant hoepsnijder en Jacob Maessen
schout van t’ Hoochlant beijde in deselve gerechte van t’
Hoochlant buijten bij Utrecht wonende’ worden op 22-03-1631
door de schout en burgemeesters van Utrecht aangesteld als
voogden over de onmundige kinderen van
Lambert Harmanss, hoepsnijder, wonende ’omtrent de rode
brug in deser
Stadts vrijheijt geprocreert bij Hillichgen Dircx zijn
za(liger):
huijsvrouw. Zij accepteren hun momberschap en verklaren
zij beiden dat
ieder voor zich hun eigen administratie zullen opmaken.[2]
Op 14-03-1632 worden Jacob Maess en Aron Corneliss ’beijde
int gerecht van hooghlant’
als mombers over de kinderen van Lambert Harmanss en
Hillichgen Dircx,
ontboden om de rekening van hun administratie over te
geven aan de momboirkamer te Utrecht.
Jacob verklaard deze op de volgende maandag te
presenteren.
Op 22-03-1632 worden zij weer verwacht doch zij komen niet
opdagen.
Wellicht dat het op een andere manier is geregeld maar een
vervolg hiervan heb ik niet kunnen vinden![2]
Op 12-05-1634 verschenen Aron Corneliss en Henrick
Corneliss Spoor
beide wonende buiten de Antonis Gasthuijs,
en als voogden over de kinderen van genoemde Aron,
die hij bij Marichgen Corneliss Spoor verwekt heeft, en
vertonen hun afzonderlijk opgemaakte administratie.[2]
Enkele weken later op 04-07-1634 verschijnen dezelfde Aron
Corneliss en Henrick Corneliss Spoor
als voogden over de kinderen van Aron en van zijn
overleden vrouw Marichgen Henrickss Spoor,
zij doen een beroep op de boedelcedulle van Evertge
Henrickss Spoor
weduwe van Cornelis Dirckss van Haerlem, die in de
momboirkamer bewaard moet zijn[2].
Op 25-04-1636 worden in de St. Jacob te Utrecht begraven ’
twee kijnderen van Aron Cornelisz. Duercant, laat na echte
vader en moeder’
alle twee gestorven aan de pest
Wordt op 03-09-1638 een ’kijnt’ van Aron Cornelisz.
Duerkant,
wonende bij Sint
Antonis gasthuijs, nalatende een ’echte vader ende moeder,’
begraven in de St. Jacob
En op 08-04-1639 nog een ’kijnt’ van Aron Cornelis
Duerkant begraven
in de St. Jacob, nalatende een echte vader en moeder,
wonende bij St.Antonis Gasthuys.
Aaron Corneliss. Duijrcant, en Jan van Veckhoven kopen op
14-08-1639
een helft van een huis ’buijten Pellichgenspoort in den
gerechte van Lauwegerecht te Utrecht’ van Jacob Claesz, tichelaar.[1]
Op 20-01-1643 vertoond Henrick Corneliss Spoor in
Lauwerecht
zich aan de momboirkamer en presenteerde als mombers over
zijn onmundige kinderen,
verwekt bij zijn overleden vrouw Geertruijt Peterss Knoop,
zijn schoonvader Peter Corneliss Knoop, wonende in de
Weerd,
en zijn zwager Aron Corneliss Duerkant, wonende bij het
Antonis Gasthuijs,
deze twee voogden zullen later ontboden worden.
Op 25-01-1643 was het echter de bedoeling dat de twee
verschijnen voor de kamer doch zij zijn echter niet gecompareert,
wat de gevolgen
verder waren voor de kinderen heb ik in dit archief niet kunnen nagaan[2]
Op
06-03-1654 genoemd als voogd mede met ’de notaris Vechoven’ over
de kinderen van Jacob Claesz. Backenes en Jannichgen
Cornelis Duerkant,
zie bij het begraven van Jacob voor meer informatie.
Een
’kint’ van Aron Cornelisz. Duerkant wordt op 23-06-1657 in de St.Jacob te
Utrecht begraven,
laat na ’ echte vader en moeder.’
Op 28-12-1657 wordt ’Aaron Corneliss Duerkandt
wed(uwnaa)r van Maijchien Adriaenss Haes bij Anthonis
Gasthuijs ontboden sijnde om
mombers te presenteren over de onmundige kinderen bij
deselve sijne
o(ver)l(eden) huijsvrouwe ende gestateert tot
Woensdach.’[2]
Vervolgens komt hij op 30-12-1657 voor de momboirkamer.
Hij vertoond een acte opgemaakt op 23-04-1636 voor notaris
Nijenrode ’ende seeckere getuijgen gepass(eer)t’
waarbij hij en zijn vrouw als mombers over hun onmundige
kinderen nomineren
Cornelis Aaronsz. zijn vader en Jan van Vechoven not(ari)s
zijn zwager,
Maijchen
nomineerde voorts haar vader Adriaen Janss Haes en haar broer Jan Adriaenss
Haes.[2]
Er gaan enige weken overheen maar op 15-01-1658 vertoond
Aaron Corneliss Duercant zich weer en
presenteerde Worm
Anthoniss. ’als behoude oom van s’ moeders sijde die alhier vertoont sijnde
accepteerde
de momberschap in plaetse van Adriaen Janss Haes ende Jan
Adriaens Haes
ov(er)l(eden) mombers neffens de not(ari)s Vechoven.’[2]
Hij verkrijgd op 11-03-1658 van het Hof van Utrecht
octrooi om te
testeren, hij is dan van beroep kuiper en woont buiten de
Weerd.[3]
[1] Het Utrechts Archief; Index op de Decreetboeken.
[2] Idem; Besoigneregister van de Momboirkamer te Utrecht.
[3] Idem; Toegang 8; ’Octrooien om te testeren 1641-1678’
door J.H.M.
Putman.
Beroep:
|
|
hoepsnijder (1631) en
kuiper (1658) |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Aaron:
(1) trouwde, ongeveer 20 jaar oud, op 26-10-1617 in
Utrecht (Sint Jacobikerk) met Marijtgen
Cornelis Spoor.
Notitie
bij het huwelijk van Aaron en Marijtgen: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Aron Corneliss en Maritge Corneliss zijn beide afkomstig
’buyten de weert’
(2) trouwde, ongeveer 24 jaar oud, op 25-11-1621 in
Breukelen met Maychjen Adriaenss
Haes,
nadat zij op 25-11-1621 in Utrecht in ondertrouw zijn gegaan.
Notitie
bij het huwelijk van Aaron en Maychjen: Attestatie afgegeven om tot Breukelen te trouwen.
Hij is dan weduwenaar van Marijtgen Cornelis, ’adres
buyten de Weerd.’
Zij, Marytgen Adriaans, is afkomstig van Breukelen.
Kerkelijk huwelijk (kerk): Gereformeerd
Maychjen is geboren in
Breukelen ?, dochter van Adriaen Janss Haes en N.n..
Zij is begraven op 07-12-1657 in Utrecht (St. Jacobskerk).
Notitie
bij overlijden van Maychjen: wordt begraven ’Maychgen Adriaens Haes,
huijsvrouw van Aaron Corneliszen Duijrkant,’
laat na: haar man met echte mundige en onmundige kinderen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Kind van Aaron en Marijtgen:
1
Mechteltgen Duerkant. Zij is gedoopt
op 23-04-1620 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Mechteltgen: ouders genoemd als Aaron Cornelisse en Merrichen Cornelis,
zonder vermelding van woonplaats
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Kinderen van Aaron en
Maychjen:
2 Dirck
Duerkant. Hij is gedoopt op
03-11-1622 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Dirck: ouders genoemd als: Aron Corneliss en Mayken Adriaens,
wonen ’buyten de weert’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
3
Emmighen Duerkant. Zij is gedoopt op
24-03-1625 in Utrecht (Jacobskerk).
Notitie
bij de geboorte van Emmighen: ouders genoemd als: Aryen Corneliss en Maeygen Aryens,
zonder vermelding
van woonplaats
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
4 Jan
Duerkant. Hij is gedoopt op
14-05-1626 in Utrecht (St. Jacobskerk).
Notitie
bij de geboorte van Jan: Getuige: de vader en Janniechgen Cornelis
ouders worden genoemd als Arien Cornelissen en Maeychen,
en wonen ’in de
weert’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
5
Merrichien Duerkant. Zij is gedoopt op
29-08-1630 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Merrichien: Getuige: de vader
ouders genoemd als Aaron Cornelisz. en Maijgen Adriaens,
wonende ’in de
weert’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
6
Thonis Duerkant. Hij is gedoopt op 11-04-1632
in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Thonis: Getuige: Trijntien Thonis
ouders genoemd als Aryen Cornelisz. en Maygen,
zij wonen ’bij ’t Anthonysgasthuys buyten de weert’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
7
Cornelis Duerkant. Hij is gedoopt op
20-02-1633 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Cornelis: Getuige: de vader
ouders genoemd als Aaron Cornelisz. en Maijke Adriaens,
wonende ’bij de rode brug’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
8
Barbara Duerkant. Zij is gedoopt in
09-1634 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Barbara: Getuige: de vader
ouders genoemd als Arijen Cornelisz. en Maijken
Adriaensz.,
zij wonen ’bij ’t Anthonis Gasthuijs buijten Utrecht’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
9 Cornelis Duerkant, gedoopt op 16-03-1636 in Utrecht (Jacobikerk). Volgt III.
10 Barbara Aarons
Duerkant, gedoopt op 30-01-1638 in
Utrecht (Antony Gasthuys). Volgt IV.
11 Johannes Duerkant. Hij is gedoopt
op 06-02-1638 in Utrecht (Anthony Gasthuys).
Notitie
bij de geboorte van Johannes: ouders genoemd als Aryen Cornelisz. en Maygen Aryaens,
wonende bij ’antony gasthuys’
Notitie
bij Johannes: Johannes Duurkant wordt op 28-12-1658 aangenomen als lidmaat.[1]
Op 23-02-1681 accepteren Cornelis Duerkant en zijn broer
Johannes Duerkant
het momberschap over de onmundige kinderen van Herman
Willems van Franiker,
weduwnaar van hun zuster Barbara Aernouts Duerkant,
zie aldaar voor verdere informatie.
Op 24-12-1682 verklaren ’Johannes Duerkant proc(ureu)r
voor den
Ed(ele): gerechte deser stadt ende Gerrit Duerkant schout van Blaricum’
het voogd en momberschap over de onmundige kinderen van
hun overleden broer
Cornelis Duerkant
en zijn vrouw Catharina van Diemen te accepteren.
Zie aldaar voor verdere informatie.
[1] Rijksarchief Utrecht; Nederduits Gereformeerde
Lidmaten, folio 136.
Beroep:
|
|
notaris en procureur te
Utrecht |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
12 Gerrit Duerkant, gedoopt op 15-02-1642 in Utrecht (Antoni
Gasthuijs). Volgt V.
III. Cornelis Duerkant, zoon van Aaron (Aarnout) Cornelisz. Duerkant (zie 2) en Maychjen Adriaenss Haes.
Hij is gedoopt op 16-03-1636 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij de geboorte van Cornelis: Getuige: de vader
ouders genoemd als Aron Cornelisz. en Maijchien Adriaens,
wonende ’bij de rodebrugh’
Doch is het goed mogelijk dat dit een eerder kind van hen
is,
op 23-08-1640 wordt Cornelis,
zoon van Arijen Cornelisz. en van Maijken Adams(!), te
Utrecht in de Jacobikerk gedoopt,
zij wonen dan ’buijten de weert’
Cornelis is overleden op
11-03-1682 in Utrecht, 45 jaar oud.
Notitie
bij Cornelis: Cornelis van Duerkant wordt op 08-07-1659 aangenomen als
lidmaat,
hij wordt dan genoemd als jongman.[1]
Op 23-02-1681 accepteren Cornelis Duerkant en zijn broer
Johannes Duerkant
het momberschap over de onmundige kinderen van Herman
Willems van Franiker,
weduwnaar van hun zuster Barbara Aernouts Duerkant,
zie aldaar voor verdere informatie.
[1] Rijksarchief Utrecht; Nederduits Gereformeerde
Lidmaten, folio 147v.
Beroep:
|
|
schout van Hogeland (1671) |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Cornelis trouwde met Catharina van Diemen.
Notitie
bij Catharina: Op 24-12-1682 compareerd Catharina van Diemen,
weduwe van
Cornelis Duercant, zij verklaard dat zij en haar overleden man op 25-01-1681
voor notaris
Rombout van Vechoven als momboirs en voogden over hun kinderen
gesteld hebben ’Johannes Duerkant, proc(ureu)r voor den
Ed(ele):
gerechte deser stadt, en Gerrit
Duercant, schout van Blaricum
ende
Abraham van Diemen en Bastiaen Walvis indt macht van
assumtio en
surogatio.’ Johannes en Gerrit verklaren hierbij het
momberschap te accepteren.[1]
Op 21-11-1692 treed Gerard Duerkant, als momber en voogd
gesteld over
Meijnsje en Bartha de onmundige nagelaten kinderen en mede
erfgenamen
van zaliger Cornelis Duerkant, op om te verklaren dat zij
en hun oudere
zuster Maria Duerkant gehuwd met Antonis Oosterlaek de
’uijtkoop’ met
hun moeder Catharina van Diemen geregeld hebben,
bij notariele akte van d.d. 15-11-1692.[2]
[1] Het Utrechts Archief, Besoigneregister van de
momboirkamer
Utrecht, d.d. 1682, deel 1385/9, bladzijde 307
[2] Idem, verzoekschriftenregister van de momboirkamer te
Utrecht, pagina 274 en 275
IV. Barbara Aarons Duerkant, dochter
van Aaron (Aarnout) Cornelisz. Duerkant (zie 2) en Maychjen Adriaenss Haes.
Zij is gedoopt op 30-01-1638 in Utrecht (Antony Gasthuys).
Notitie
bij de geboorte van Barbara: ouders genoemd als Arijen Cornelisz. en Maygen Arijaenss.
en wonen ’op ’t Swarte water’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Barbara trouwde met Herman Willems van Franeker
(Franiker).
Notitie
bij Herman: Voogden
benoeming over de minderjarige kinden van Herman Willemsz. Van Franicker en Barbara
Aarons Duerkant, wonende te Utrecht,
de voogden zijn: Jacob Eijssens van Loosdorp, zijn zwager
en Aaron Cornelisz.Duerkant, haar vader.[1]
Op 23-02-1681 compareerde Herman Willems van Franiker,
weduwnaar van Barbara Arnouts Duerkant,
die verklaarde dat de mombers die bij akte d.d. 10-07-1663
voor notaris Johannes Duerkant gesteld zijn reeds
overleden zijn,
daarvoor stelt hij dezelfde notaris en diens broer
Cornelis Duerkant aan als mombers.
Zij verklaren hierbij dit te accepteren.[2]
[1] Het Utrechts Archief; O.N.A. Utrecht; Not. J.
Duerkant; d.d. 16-07-1663, akte nr. 3.
[2] Idem; Besogneregister van de momboirkamer te Utrecht,
d.d. 1681, deel 1385/9, bladzijde 237
V. Gerrit Duerkant,
zoon van Aaron (Aarnout) Cornelisz. Duerkant (zie 2) en Maychjen Adriaenss Haes.
Hij is gedoopt op 15-02-1642 in Utrecht (Antoni Gasthuijs).
Notitie
bij de geboorte van Gerrit: vader vermeld als Aerrent Cornelissz., moedersnaam niet vermeld,
woont ’aen het Tonisgasthuijs’
Gerrit is overleden, 54 jaar
oud. Hij is begraven op 15-03-1696 in Blaricum.
Notitie
bij overlijden van Gerrit: Impost: F15,-
Notitie
bij Gerrit: Gerrit
Duurcant wordt op 12-04-1661 vermeld als lidmaat, hij is dan
jongeman en wonende bij het Antoni Gasthuis.[2]
Gerrit Duijrkant wordt op 25-03-1664 weer lidmaat in
Utrecht, hij
woont dan tot zijn vader buyten de Weert. Hij kwam op
26-01-1664 aan met
attestatie van Dordrecht.[3]
De optredens van zijn schoutambt zijn te vinden bij zijn
eerste keer, 07-10-1670 in het O.R.A. Blaricum;
Inv. Nr: 3235
en zijn laatste keer staat vermeld op 06-02-1696; O.R.A. Blaricum; Inv. Nr: 3251, akte nr: 66.
Hij wordt ook vermeld in een lijst van ’namens de
gecommiteerde
geerfden wonende in de provincie Noord-Holland’ en wel van
1680 tot 1697.[1]
O.N.A. Utrecht; Not. J. Duerkant; d.d. 09-09-1668; akte
nr. 167.
Dan wordt Gerrit Duerkant genoemd als regerend Schepen van
het gerecht Hogeland genoemd i.v.m. een attestatie.
Op 14-01-1669 verkrijgt hij samen met z’n vrouw Neeltjen
van Heenvliet octrooi om te testeren.
Dezelfde notaris (J. Duerkant) van dato 22-01-1669; akte
nr. 9.
Testament van hem en zijn eerste vrouw Neeltje van
Heenvliet, hij is dan hoepmaecker en wonende te Hogeland.
Zij lijftochten elkaar op de langstlevende met benoeming
van de langstlevende tot voogd
Assisteerde zijn schoonzuster Jacobje Adriaenss Oudeheijn
bij het
opmaken van haar huwelijksvoorwaarden met Jan Harmensz.
van Hattem d.d.
03-08-1670 en ondertekend als: ’Gerrit Duerkant.’
Op 01-12-1670 verkrijgt hij samen met zijn tweede vrouw
Meijnsgen
Adriaens Oudenheyn octrooi om te testeren. Hij is dan
schout te Blaricum
Notaris J. Duerkant; 28-04-1671, akte nr. 150:
Procuratie van Gerard (hij tekend zelf als Gerrit!)
Duerkant, schout van Blaricum op
Cornelis,
zijn broer, schout van Hogelande en Herman van Franicker,
zwager,
om vorderingen te innen, speciaal op Marten en Jan
Hendricks,
beiden turfschippers van Friesland, vanwege geleverde
loepen.
Hij ondertekend als ’Gerrit
Duerkant schout tot Belerkum.’
O.R.A. Laren; "Resolutieboek van Laren," deel I,
blz. 65; d.d.08-03-1677.
Op die datum verkrijgt Gerrit
Duerkant, ’Schout tot Blarikum,’
en z’n nakomelingen van de ’Burgemeesters en Regeerders
der stat Naarden’ het
schaarrecht, omdat dit schaarrecht alleen bestemd was voor
de Erfgooiers
moest hij er wel voor betalen ’seecker Somme van Penninge
omme ge-emploijeerd te worden ten oirbaar deser Steede.’
N.B. Deze acte is een copie ’extract uijt de Resolutie van
Burgermr. Van Naarden.’
Op 24-12-1682 verklaren ’Johannes Duerkant proc(ureu)r
voor den
Ed(ele): gerechte deser stadt ende Gerrit Duerkant schout van Blaricum’
het voogd en momberschap over de onmundige kinderen van
hun overleden
broer Cornelis Duerkant en zijn vrouw Catharina van Diemen
te accepteren. Zie aldaar voor verdere informatie.
Op 21-11-1692 treed Gerard Duerkant op als voogd over
Meijnsje en Bartha de onmundige kinderen van zijn broer Cornelis.
Zie aldaar voor
verdere informatie.
O.R.A. Laren/Blaricum;
Inv. Nr: 3238:
’Op den 24 Maart 1696 sijn tot vooghden over de onmondige
kinderen van
Gerrit Duyrkant, in leven schout tot Blaricum, bij die van de gereghte
aldaar gestelt Jan Ploos en ... (naam niet ingevuld)
Duyrkant, notaris ende procureur tot Utreght.’
O.R.A. Laren/Blaricum;
Inv. Nr: 3238; Regtdag (te Blaricum) van
23-04-1703;
Op die datum verschijnt Adriaan Duerkant, zoon en
erfgenaam van Gerard Duerkant, in leven schout van Blaricum,
die verklaart ’onlanghs’ getrouwd te zijn.
Zijn voogden, Aaron Duerkant ’desselfs broeder’,
schout te Blaricum en Aaron
Duerkant, notaris en procureur te Utrecht
(zijn neef) hadden hem rekening en verantwoording gedaan
van al wat hem
toekwam uit zijn vaders nalatenschap tot zijn volkomen
tevredenheid.
De schepenen staan tevens beide voogden over de
minderjarige Pieter toe een
half huis, door hen verkocht aan Adriaan voor F 1237: 10,
gerechtelijk te transporteren.
[1] Waterschap Vallei en Eem; toegang 27-30; Dijk-en
polderbesturen te Eemnes; blz. 77.
[2] Rijksarchief Utrecht; Nederduits gereformeerde
Lidmaten , folio 178.
[3] Nederduits Gereformeerde Lidmaten, folio 8.
Beroep:
|
|
schout van Blaricum (van 7-10-1670 tot 06-02-1696),
schepen van Hogeland |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Gerrit:
(1) trouwde, 25 of 26 jaar oud, in 1668 in Blaricum met Neeltje Thomas Heenvliet,
nadat zij in 1668 in Blaricum in
ondertrouw zijn gegaan.
Notitie
bij het huwelijk van Gerrit en Neeltje: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Bij de huwelijksactes van de stad Utrecht staat vermeld:
’Briefje/attestatie afgegeven om te Blarekom te trouwen 1668, sijn ondertrouw en
proclamtie te Blaricum.’
Zij is begraven op
19-07-1669 in Blaricum.
Notitie
bij overlijden van Neeltje: Zie klapper begraven van de stad Utrecht: Plaats van begraven:
’Publiekelijk vervoert naar Blaricum,’
wijze van begraven ’met 8 dragers.’
(2) ging in ondertrouw, ongeveer 28 jaar oud, omstreeks
1670 in Nieuw Loosdrecht met Meinsje
Adriaans Oudenhein.
Notitie
bij het huwelijk van Gerrit en Meinsje: Proclamatie te Nieuw-Loosdrecht, zie klapper trouwen
van stad Utrecht!
Meinsje is geboren in Nieuw
Loosdrecht ?, dochter van Adriaan Willemsz. Oudenhein en ... Jacobs. Acker.
Kind van Gerrit en Neeltje:
1 Aaron
Duerkant. Hij is gedoopt op
26-01-1669 in Utrecht.
Notitie
bij overlijden van Aaron: Jong overleden.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Kinderen van Gerrit en
Meinsje:
Notitie
bij de geboorte van Adriaan: In ieder geval geboren na zijn broer Aaron.
Notitie
bij Adriaan: Zijn voogd waren zijn broer Aaron Duercant en zijn neef ook een
Aaron Duercant,
notaris en procureur te Utrecht.
5 Aaron
Gerrits Duerkant is geboren
omstreeks 1679 in Blaricum/Laren ?,
zoon van Gerrit Duerkant (zie 5) en Meinsje Adriaans Oudenhein.
Aaron is overleden, ongeveer 42 jaar oud. Hij is begraven op 27-01-1721 in Blaricum.
Notitie
bij overlijden van Aaron: Impost: F15,-
Notitie
bij Aaron: Hij
komt ook voor in een lijst namens de gecommiteerden geerfden en
wordt daar genoemd van ? tot 1703 en later nog van 1706
tot 1712 en
daarna weer van 1718 tot 1720 wanneer hij dan overleden
is, zijn zonen worden ook in deze lijst genoemd.[1]
De optredens van zijn schoutambt zijn te vinden (zijn
eerste keer,11-05-1696) in het O.R.A. ; Inv. Nr: 3251, akte nr: 67;
en zijn laatste keer staat vermeld op 13-01-1721; O.R.A. ;
Inv. Nr: 3254, akte nr: 87.
De historieschrijver Lambert Rijksz Lustigh (ook een voorouder van mij!= GG Zanoli)
heeft in een van zijn handschriften over Aaron Duerkant
geschreven,
namelijk over zijn
beenamputatie.
(het geheel is overgenomen uit het
artikel van Dr. A. J. Kölker in "Tussen Vecht en Eem";
Jaargang 3,bladzijde 28 t/m 30, in de originele tekst):
’Anno 1719 den 27 april op donderdagh namiddagh omtrent
ten een uer doen
wert Aaron Duerkkant, schout tot
Blaricum, door den heer medicus van Borsselen
sijn regter been ontrent drie vingerbreet beneden sijn
knie afgeset.
Deze voornoemde Schout die hadde ontrent een Jaar te
voeren onder het
holle van sijn voet een sweer geswel gekregen, daar over
meesters gingen
van ons dorp Huijsen: Lucas de Swart met sijn zoon Klaas
de Swart, die niet en vorderden,
maar eijndelijk bevonden dat het voorz. sweer geswel,
dat ontrent soo groot als een perchschuts was, de kancker
was, waarom
hij resolveerde om het selve te laten uijtsnijden, ’t
welck bij een
meester van Amsterdam gedaam wiert, dogh dat geluckte niet
wel.
Hierom de voorz. meesters van Huijsen wederom aen ’t
meesteren gingen
ende den tijt van 21 weeken gemeestert hebbende, bevonden
wederom dat
het niet en beterde, maar van dage tot dage met groote
pijn arger
wordende, ende de wonde swaarlijck beginende te stincken,
soo wierde den
voorz. schout sijne huysvrouw ende kinderen en hare
vrienden, en ook de
voorz. meesters met hem seer verlegen, waarom zij alle,
ende met meester
doctoer Clement van Hilversum te rade wierde om om de
voorz. Mr. van
Borselen van Amsterdam, hebbende in Huwelijk een dogter
van Mr. Pieter,
aldaar te ontbieden de welcke ook op den voorz. 27 april
quam en met
sigh sigh brengende eenen Mr. Thomas Kraan, een out man
van tseventig
jaren, hebbende voortijts meester tot Hilversum geweest.
Ende ten dage voorz., soo quamen noch veel meer
meesters daarbij soo van
Naarden, als van onze Goysche dorpen om nu de zaken van ’t
afsetten te sien.
Ende nadat Mr. van Borsselen met Mr. Thomas en met Mr.
Clement ’t
samenraat gehouden hadden wegens het gevaar waar in den
voornoemden
pacient was, soo vonden sij goet, om met wille en begeerte
van voorz.
pacient sijn vrouw, kinderen en nabestaande vrienden ende
met de
aanroepinge van Godts naam sijn been af te setten.
Hier op soo knielde men voor den Hoogen Godt en quam
Gerard Ploos, predikant van Blaricum,
eens kragtige voorbiddinge te doen ende terwijl de snaren
bij de
voornoemde Mr. van Borsselen wierden gespannen en wel
onderbonden, soo
quam den roomschen papa van Blaricum
genaamt den Ruijter veele
troostelijke woorden aen den schout toe te spreken.
Ende na dat alles wat tot het afsetten dient bij van Borsselen
gereet
was, soo nam de voorz. van Borsselen een krom mes, ende
sneed daar meede
ontrent drie vingeren breet beneden sijn knie het vel en
vleesch rontom sijn been af.
En doen nam hij een fijn stalen zaagje en zaagje (zaagde)
met korte sneejets voorsigtigh het been af.
Ende terwijl dit geschiede,soos bloede de wond weijnigh en
den voorz. pacient kermde terwijl dit
geschiede wel wat, gelijk men dencken kan, maar hij houde
hem geheel
hertigh. ende soude het in ’t zagen noch minder zeer
gedaan hebben,
indien de peesen met het mes wat beter afgesneden waren
geweest.
Voorts verbonde de voorz. medicus sijn knie zubiet, en wel
goet.
Ja voort wiert den pacient sijn afgesette been in een
kleijn kisje gedaan en den koster
van Blaricum Mr. Cornelis
Adriaens, die bragt hetselve been in ’t kisje in de kerck in den
Schouten-graft.
Den voorz. schout A. G. Duijrkant was jujst 42 Jaren
out doen sijn been afgeset wierde.
Voorts loefde en danckte met godt voor de geluckige
cencure.
De eerste nagt hadde hij wat pijn, kon niet wel slapen.
Op de derden dach begon de wonde te stincke, een goed
teken.
Voorts gaat het van tijt tot tijt seer wel met hen ende is
jegendwoordigh de 25 Julij
1719 genoegsaam genesen, sal haast op een houten been
gaan.
In de marge staat nog vermeld:
Anno 1719 op Sondagh voormiddagh den 27 augustus doen
gingh Aaron Gerrits Duijrkant
op een houten been in de Blaricummer
kerck te kercken
ende onse domene Sprenger juijst daar nu predikende, die
quam voor de schout een hartelijke dancksegginge te doen,
want het was den voorz.schout sijn eerste maal na het
afsetten van sijn been.’
Schijnbaar heeft hij niet lang daarna meer geleefd want
hij wordt
begraven op 27-01-1721....
[1] Waterschap Vallei en Eem; Toegang 27-30; Dijk en
Polderbesturen onder Eemnes; blz.77.
Beroep:
|
|
schout van Blaricum (van 11-05-1696 tot 13-01-1721) |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Aaron trouwde, ongeveer 20
jaar oud, op 12-07-1699 in Laren met Annetje van Nikerk, 20 jaar
oud.
Notitie
bij het huwelijk van Aaron en Annetje: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Getrouwd door Gerrit Ploos van Amstel
Annetje is een dochter van Anthonie van Nikerk en Grietje Jans.
Zij is gedoopt op 24-02-1679 in Naarden. Annetje is overleden, 63 jaar oud. Zij
is begraven op 01-03-1742 in Blaricum.
Notitie
bij overlijden van Annetje: Impost: F30,-
Notitie
bij Annetje: O.R.A. Naarden; Transporten en Hypotheken; Inv. Nr. 3072; d.d:
25-04-1731; akte nr: 230.
Verklaard Meeuwis Harmens dat hij aan de Wed. Aaron
Duurkant (beide wonende te Blaricum)
heeft verkocht,
’een stuk
maatland, groot elf voeten leggende op Hilversummer hoogemaat, belend Roel
Louwe ten zuiyden
en Lambert Gerrits ten Noorden leggende hetselve stuk
maatland gemeen
met teunis Hendriks Geujen.’ verkocht voor F 250,-
O.N.A. Naarden; Inv.Nr: ;d.d: 18-04-1743; AkteNr: 30;
Notaris: Hendrik Thierens. "Boedelschijding van Annetje van Nikerk"
De erfgenamen van Annitje Nikerk ’in Leve weduwe en
boedelhoudster van den heer Aaron Duerkant’ zijn:
- Gerrit Duerkant ’Schout tot Blaricum’;
- Meynsje Duerkant;
- Adriaan Duerkant;
- Jan Duerkant;
- Jacob Glijn ’als in huijwelijk hebbende Margaretje
Duerkant;
- Cornelis Duerkant;
- Albertus van Nikerk (haar broer)
en Michiel van den Kerkhof (de laatste twee werden door
Annitje van Nikerk als deelvoogden aangesteld over Aaron het ’enig nagelaten
minderjarig kind van wijlen Anthony Duerkant’(= wijlen
haar zoon)
De twee andere voogden waren Jan en Gerrit Duerkant
.’Sijnde alle de comparanten woonagtig tot Blaricum voornoemt
uytgesondert Adrianus Duerkant, Albertus van Nikerk en
Mechiel van den Kerkhof die tot Naarden,
e Jacob Glijn welke tot Huijsen wonende zijn alle aan mij
Notaris bekent.
Te kennen gevende dat sij uijt op gemelden testamenten van
haar moeder & Grootmoeder resp. gesien en bevonden hadden.
Dat dezelve aan Cornelis Duerkant sesde comparant in deze
hadden
geprelegateert een somme van van F 500,- en voorts aan hem
nog de kense gegeeven
om voor een
duijsent guldens ten eijgendom aan te neemen
seecker huijs erve en thuijn staande tot Blaricum bij de Testatrice in leve bewoont
Dat voorts gemelde haare moeder & Grootmoeder resp.
daar bij aan haar
dogter Meijnsje Duerkant ook de keuse heeft gegeeve om
voor driehondert
gls. in eijgendom te neemen seecker Huijsje en erve
doemaals bewoont
door Anthony de ramaker met een campje land daer annex?
staande &
geleegen tot Blaricum
voornoemt.’
=== :De verdeling: ===
Gerrit Duerkant erft :
’Drie dammet land gelegen onder de Jurisdictie van Emenes
in Pieter Leeuwen erf belent den Heer Verweij ten suijden,
en den Heer Pieter Bek ten noorden;
drie dammet aldaar in trijnen maat belent Egbert Huijbersz
Schep ten zuijden, en Dirk Ruijsendaal ten Noorden;
een en een halff schepel bouland gelegen onder de
Jurisdictie van Blaricum tusschen de
wegen belent
Ysak Jacobs Vos ten
noordwesten, en de Wed. Evert Hendriksz ten zuijdoosten;
vijff spint bouland gelegen in Blaricum
voor het huis van de Weduwe Hendrik Harmensz belent Willem Cornelis Verwer
ten suijdwesten, en de gemeene weg ten noordoosten;
nog 5 spint bouland genaamt Cogge, gelegen onder de
jurisdictie van Blaricum belent Hendrik Cornelis Puijk te noorde, en Albert Nikerk ten
zuijde;
En eyndelijk een obligatie ten Lasten van Jan Gerrit
Lamphen froot in
Cap. drie honderd guldens van dato 12 September 1727’
Meynsje Duerkant erft :
’een stuk land genaamt ’t breede veentje gelege onder
Emenes, belent Jan Lakeman ten suiden, en Volken Tijmenn ten noorden;
Een stuk maatland groot veertien voeten gelegen op
Laarderangeregt gemeen met de erven van Gerrit Volckensz;
een stuk bouland genaamt de kromakker groot 4.1/2 schepel
belent Steffe Eversz
ten suijdoosten en de erven Elbertje Roelen ten
noordweste;
Een stuk bouland groot 1.1/2 schepel gelegen inde Camp bij
Lambert Puijk
onder de Jurisdictie van Blaricum
belent Claas Pietern ten noordwesten;
Een obligatie ten Laste van Meeuwis Lambertsz Verwer groot
in Capitaal F150,- van dato 11 januarij 1728;
hier bij wert gevoegt het huijs en Campje land daar annex
Staande tot Blaricum,
waar voor de gemelde Meynsje Duerkant drie hondert gls. in
de boedel heeft ingebragt waar van hier voren gemelt staat.’
Adriaan Duerkant erft :
’een stuk land groot 3.1/2 dammet gelegen onder de
Jurisdictie van
Emenes in arissen? erft belent de Heer Verwey te noorde, e
Cornelis Duerkant ten zuijden;
nog 2.1/2 dammet buur?land, belent de Heer van Veeren ten
noorden, en Volke Tijmenn ten suijde;
Een stuk Land agter Blaricum
in de bouwveene onder de Jurisdictie van Naarde
groot 2.1/2
schepel belent de Wed. Willem Dirks Coppen te noorde,
en Willem Cornelis Verwer ten suijde;
Een schepel bouland agter oomberg onder Blaricum belent Dirk Coppen ten
suijdwesten, en Steffen Everts ten noordoosten;
Een obligatie ten Laste van hem selve groot F 250,- Cap.
van dato 20
april 1732.’
Jan Duerkant erft :
’vier dammet Land geleegen onder de Jurisdictie van Emenes
in ’t raboes
noordsy belent Jacob Glyn te suijden, en het weerkind van
steffen
elbertsz te noorde;
het Smalle veentje belent Volken Tymenn ten suijde en ’t
weerkind van Steffen Elbertsz te noorde;
een stuk bouland groot 9 spint aan de smoorsteeg belent
Claas Pieter
ten noordweste, en de gemeene weg te suijdoosten;
Een stuk bouland groot 9 spint gelegen aan de bierweg
belent de erve
van Hendrik Willemn dekker te noordoosten en Claas Wygerts
te suijdooste;
Een obligatie tot Laste van hem selve groot agt honderd
guldens Capitaal van dato 10 january 1742.’
Jacob Glijn en z’n vrouw Margarietje Duerkant erven :
’Twee dammet land geleegen onder de Jurisdictie van Emenes
in Pieter Leeuwener
belent de heer Pieter Bek ten suijden, en Jan Willemse
Ruijter te noorde;
vier dammet land aldaar, in ’t raboes zuijdzijde belent de
Heer Verweij ten suijde en Jan Duurkant ten noorde;
drie schepel land in staghouwers velt belent Gijsbert
Lambert Elberts
te suijdoosten & Ysak Jacobs
Vos te noordweste;
een schepel land genaamt het hanegekray belent Albert
Nikerk te
noordooste, en Pieter Jacobs te suijdwesten;
een schepenenkennis ten Laste van Jurriaen Goossens tot
Laare groot in Cap. F 350 van dato 19 maart 1718.’
Cornelis Duerkant erft :
’drie dammet Land gelegen onder de Jurisdictie van Emenes
in Ebbe Swaantjes erf,
belent Adriaen Duurkant te noorde, en Gerrit Lakeman ten
zuijde;
drie dammet land als voren in oude gosen maat belent Jacob
Borts ten
noorden, en den Heer Heijko op ten zuijde;
Een stuk bouland onder de Jurisdictie van Blaricum groot 2.3/4 schepel
genaamt de Cuijselaar, belent de erve van Lambert Harmensz
te noordweste, en de gemeene weg te suijdooste;
Een stuk land bepland met houtgewas groot twee schepel
geleegen op ’t
Naarderhoog bij Coolbos belent Gerrit Duerkant ten
suijdooste, en de Wed. Hendrik Harmens te noordweste
Een derde portien in twee driesten gemeen met de erven van
Marie en Pieter Duerkant;
En werd hier bijgevoegt het voorverhaalde Huijs erve &
thuijn bij de overledene tot Blaricum
bewoont geweest,
waar voor de gem. Cornelis Duerkant uijt kragte van het
voorn. testament duijsent Guldens in den
boedel heeft ingebragt.’
’Aan Albertus van Nikerk en Mechiel van den Kerkhof in
qualt als
gestelde deelvoogden over ’t minderjarige nagelaaten kind
van Anthonij
Duurkant, is ten behoeven van ’t selve kind genaamt Aaron
Duurkant met
verband soo als de testamente vermelt tot voldoeninge van
sijn geheele
erfportie bij lotinge als andere toebedeelt de volgende
gelden goederen
en effecten die alle soo tot descharge van sijne voogden
administrateuren, goedgevonden sijn hier onder specificq
en van strik
tot strik te beschrijven
Eerstelijk in contant, welke gevoegt waren bij een Lot
bestaande in groen Land, een somma van F 590,-
Bij een Lot bestaande in bouland was mede in gelt gevoegt
F 100,-
Bij ’t onderstaande goudringetje en twee boeken met silver
voor hem bij lotinge getrokken was gevoegt F 79,-
De volgende meubilaire goederen hem aanbedeelt sijn aan de
meestbiedende onder de erfgen. verkogt als namente
enig porcelijn voor F 4-
twintig pond tin voor F 8-
enig koper en tin voor F 5-
een schilderijtje voor F 0- 6-
twee kussens en een bakje voor F 0-17-
twee paarde dekken voor F 0-17-
enig aardewerk twee stoelen en een kussen voor F 2-12-
een japon voor F 3-16-
een gereegen rok F 3- 8-
een jak voor F 3-18-
eenige Lappen voor F 0-15-
een Hoetje voor F 0-17-
een swarte schorteldoek, en een swarte lap F 1-
een vijglijf, een paar kousen, en een paar
handschoenen voor F 3- 8-
twee swarte handschoenen F 0- 6-
een mandje voor F 1- 1-
twee manden voor F 0-11-
19 pond boter F 2-13-10
3.3/4 pond vet voor F 0-15- 6
een mudde rogge voor F 4-15
een oude koornsak F 0- 2-14
portie inde turf, spek en vlees F 5- 5-
sijn aandeel in de verkogte rogge en boekwijt
gewas en ’t gunst vande vorderelijke schulde
is ontfange na aftrek van de betaalde lasten
en schulden bedragen F 62-15- 2
alle welke gelden te samen belopen een
somma van F 795-19-
Dog nademaal bij de voornoemde respective deelgenote een
Lot was gestelt groot F 1500,-
bestaande in een obligatie van F 1000 Cap.
ten laste van het dorp Blaricum,
en nog een ten laste van hetselve dorp groot F 500,-
met beding dat wie deselfe quam te trekken tot
gelijkmakinge vande ander
ses portien die ider mede groot moeste weesen f 800,-
soude moeten uijtkeeren een somma van F 700,-
en dat de
voorn.beijde obligatien hier na te brengen ge-noten sijn door de voornoemde
voogden voor
haar soo is dieswegens bij de voorn.
voogden aande verdere erfgename die sulx
competeerde, sodanig dat elk van hen,
hun lot aan obligatie schepenenkennisse
of gelt mede quam te bedrage een somma van F 800,-
uijtgekeert en betaalt
een somma van F 700- -,
blijft midsdien aan gelt overig F 95-19-
Een en een halff acker Land sijnde een veen
genaamt de Clisbaan, gelegen onder de Juris-
dictie van Emenes, in Jan goud en erf, belent
de Wed. Evert Hendriksz te noorden en Cornelis
Hendriksz te suijden, begroot op F 700-
Voorts elff voeten maatland gelegen op Hilversummer maat,
gemeen met Jan Hendriks Geun op een somme F 260-
Een stuk bouland groot mtrent 2 schepel genaamt Niesjer
Camp, gelegen in Blaricum bij het huijs
van Lubbert Jans Heerschop, belent Will Jacobs Bos te
suijdooste,
en de gemeene weg te noord-westen begroot op F 200-
Een stuk bouland groot twee schepel gelege in Calis Camp belent Gerrit Duerkant te
noordweste & Coppe ten suijdooste begroot op F 70-
Een stuk land beplant met eickenhout groot
1.1/2 schepel gelegen op ’t hoog, belent
Willem Cornelis Verwer te Noordweste en Tijmen Willems
Verwer te suijdooste
begroot op F 60-
een obligatie ten Laste van het Dorp Blaricum van dato ... groot F1000-
een dito ten laste van het selve dorp van dato ... groot F
500-
Een goude ring met fijne steenen een
kerkboekje met een silvere krap, en nog
een kerkboekje sonder krappe, tesamen
ge-estimeert op F 71-
Een kopere pan en een kleijn kisje.’
De comparante verklaren dat zij genoegen nemen met de
boedelscheiding;
en beloofde de voogden van Anthonij, Jan en Gerrit
Duerkant, en zijn
deelvoogden, Albertus Nikerk en Michiel van den Kerkhof,
dat zij de
goederen die hem toekomen ’die aandeselve hare pupill
inder tijd te
verantwoorde en over te geeve.’
’Aldus gedaan en gepresenteerd binnen de stad Naarden te
huijse van
Albertus Nikerk ter presentie van Daniel Nederberg en
Tomas Nederberg
als getuijge te dage als bove.’
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Kinderen van Aaron en
Annetje:
1
Gerrit Duerkant. Hij is gedoopt op
12-12-1700 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
2
Anthony Duerkant. Hij is gedoopt op
19-03-1702 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
3
Meijnsje Duerkant. Zij is gedoopt op
29-08-1703 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
4
Adriaan Duerkant. Hij is gedoopt op
15-03-1705 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
5 Jan
Duerkant. Hij is gedoopt op
25-12-1706 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
6 Margrietje Duerkant, gedoopt op 25-08-1709 in Blaricum. Volgt VII.
7
Cornelis Duerkant. Hij is gedoopt op
11-07-1714 in Blaricum.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
VII. Margrietje Duerkant,
dochter van Aaron Gerrits Duerkant (zie 6) en Annetje van Nikerk.
Zij is gedoopt op 25-08-1709 in Blaricum.
Margrietje is overleden, 74 jaar oud. Zij is begraven op 17-02-1784 in Huizen.
Notitie
bij overlijden van Margrietje: Impost: F30,-; begraven in de kerk in grafnr: 26 (bij haar man)
Notitie
bij Margrietje: Zij wordt op 01-10-1728 aangenomen op belijdenis in Huizen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Margrietje trouwde, 26 jaar
oud, op 11-09-1735 in Huizen met Jacob
Jacobs Glijn, 36 jaar oud.
Notitie
bij het huwelijk van Margrietje en Jacob: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Impost: F30,-
Jacob is een zoon van Jacob Gijsbertse Glijn en Jaapien (Jacobien)
Jacobs.
Hij is gedoopt op 12-07-1699 in Huizen. J
acob is overleden, 80 jaar oud. Hij is begraven op 14-10-1779 in Huizen.
Notitie
bij overlijden van Jacob: Impost: F30,-; begraven in de kerk in grafnr: 26.
In het begraafboek staat nog vermeld: ’In zijn leven
ouderling der deser plaats.’
Jacob trouwde voorheen op
02-05-1728 in Huizen met Fijtje Jacobs.
Notitie
bij Jacob: O.R.A.
Naarden; Transport en Hypotheken; Inv. Nr. 3071; d.d: 17-07-1726;akte nr. 397.
Compareerde voor schout en schepen van Naarden, Rijk Perk,
wonende tot Laage Bussum en verklaard dat hij verkogt
heeft aan Jacob Killewig en Claas Jacobs Schram,
wonende te Huizen in qualt als gestelde deelvoogden
over het minderjarig kind van Jacob Gijsberts Glijn en
over het meerderjarige kind genaamd Jacob Jacobs Glijn.
Hij heeft aan hun verkocht:
’een stuk bouland gelegen bij Oudenaarde groot een schepel
en een
spint, belent de erffgen. van de Heer de Willem ten Weste,
en Jan Prinsse ten Oosten’
en tevens ’een strik land groot 2.1/2 schepel gelege bij
de Hooge Zeeweg,
belent Jakob Tymes te suijde en de coper te Noorde’
Alles verkocht voor F 100,-
Hij komt voor in een verpondingsboek met zijn land plus de
bedragen
die daarvoor betaald moesten worden.
O.R.A. Huizen, Inv. 195, "zonder jaartal doch met een
aantekening uit 1732," Verpondingsboek:
’3 1/8 schepel binnen voor de hulle F :-19-09,
1 1/2 schepel binnen in houtwyck F :-09-06,
4 1/2 schepel binnen in de Bussumer nenge aan de
nenge-dijck F01-08-02,
4 schepel binnen dito nenge aan de amersfoorder wegen
F01-05-00,
3 1/4 schepel buyten dito nenge op het hoogt F :-10-03,
4 schepel binnen muelen dito nengen binnen F01-05-00,
4 1/4 schepel buyten aan de mengedijcken dito nengen F
:-13-05,
6 schepel buyten achter muelen in dito neng F :-18-12,
5 schepel buyten bij het bussumer schaap schot F :-15-10,
5 1/2 schepel binnen voor muelen in dito neng F01-14-06,
5 1/2 schepel binnen aan de amersvoortseweg in dito neng
F01-14-16,
Opgedragen: F11-13-11. ’
O.R.A. ’s-Gravenland; Transporten en Hypotheken; Inv. Nr.
3340; d.d.25-07-1733, akte nr. 153:
Verklaarde Grietje Joosten, weduwe van Cornelis Jaspers,
wonende te Weesp,
verkocht te hebben aan Jacob Jacobsz. Glijn, te Huijsen
woonachtig, een ’huys, mitsgaders het regt van erffpagt
tot ses strekkende roeden grond waar op het voorz. huijs getimmerd is.’
Staande tot ’s-Graveland en verkocht voor F 454,-
O.R.A. Naarden; Transport en Hypotheken; Inv. Nr. 3073;
d.d: 29-04-1736; akte nr. 50.
Op die datum hebben de erfgenamen van Sara van
Reygersbergen aan Jacob
Glijn te Huizen verkocht: ’58 voeten maatland gelegen op
Hilversummer maat,
belent Hendrik Ruyter en Gerrit Haen ten Noorde en
Cornelis Breytens en Jacob Killewig ten suijden’
Verkocht voor F 875,-
Idem (zelfde inventaris nummer) akte nr. 322, d.d.
15-10-1740.
Hebben Adriaan de Noy en Jacob Schaap aan Jacob Glijn te
Huijsen
getransporteert: ’Een swat maatlant gelegen op Naardermaat,
gemeen met Theodorus Ploos van Amstel’ voor F 321,-
En ook nog die met Akte Nr. 467, d.d. 08-03-1743.
hebben Geertje Lamberts wed. van Wessel Dirks verkocht aan
Jacob Glijn
(allen wonende te Huizen) ’een stukje bouland groot seven
spint, gelegen
aande Sleutel, belent Willem Ariss Rebel ten Ooste en de
gemeene weg te Noorde verkocht voor F 36,-
Idem die met Inv. Nr. 3074 met datum van 13-04-1747.
dan transporteert Lambert Glijn aan (zijn broer?) Jacob
Glijn (beide wonende te Huizen)
’een stuk land groot
7 spint, gelege voor duynberge
gemeen met de Coper belent ten noorde Jan Jansse Smit
verkogt voor F10-10-,,’
En idem die met akte nummer 333; d.d: 23-12-1751.
Heeft Jan Lamberts Prins verkocht aan Jacob Glijn: ’1.1/4
schepel bouland
gelegen dij Oudenaarde belent den Coper ten Weste en Ebbe
Spilt
ten Ooste.’ Verkocht voor F 2-12-08. (inclusief het
rantsoen van F 0-2-8.)
Beroep:
|
|
ouderling van Huizen |
|
|
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Kinderen van Margrietje en
Jacob:
1 Jacob
Glijn. Hij is gedoopt op 14-02-1740
in Huizen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
2 Jacob
Glijn. Hij is gedoopt op 08-04-1742
in Huizen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
3 Anna
Glijn. Zij is gedoopt op 08-11-1744
in Huizen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
4 Jacob
Glijn. Hij is gedoopt op 04-12-1746
in Huizen.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
5
Anthonij Glijn. Hij is gedoopt op
19-01-1755 in Huizen.
Notitie
bij de geboorte van Anthonij: Getuige: Meijnsje Duurkant
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
VIII. Jannichgen
Cornelis Duerkant is geboren
omstreeks 1600,
dochter van Cornelis Aaronsz. Duerkant (zie 1) en Barbara Peters.
Jannichgen is overleden, ongeveer 48 jaar oud. Zij is begraven op 14-08-1648 in
Utrecht (St. Jacob).
Notitie
bij overlijden van Jannichgen: wordt begraven Jannichgen Cornelis Duerkant, huysfr. van Jacob
Claesz.
van Bakenes, laat na ’haer man met echte onmundige
kijnderen’
Jannichgen trouwde met Jacob Claesz. van Bakenes (Backenes).
Hij is begraven op 06-03-1654 in Utrecht (Jacobikerk).
Notitie
bij overlijden van Jacob: ’wordt begraven Jacob Claesz. van Backenes, na latende twee
echte
onmundige kinderen daervan Aron Cornelisz. Duerkant bij
het
Antonis gasthuys ende den notaris Vechoven momboirs sijn
doch is bij hem
Jacob Claesz. geen goet nagelaten ende wierde hij Jacob
van de Diaconie gealimenteert’
IX. Aelsken Duerkant is geboren omstreeks 1603,
dochter van Cornelis Aaronsz. Duerkant (zie 1) en Barbara Peters.
Aelsken is overleden, ongeveer 70 jaar oud. Zij is begraven op 06-01-1673 in
Utrecht.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Aelsken trouwde, ongeveer 21
jaar oud, op 24-06-1624 in Utrecht met Johan van Vechoven.
Notitie
bij het huwelijk van Aelsken en Johan: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Notitie
bij Johan: Op
23-04-1636 maakte Aaron Corneliss Duerkant en zijn vrouw Maijchien
Adriaenss Haes voor de notaris Nijenrode een
voogdbenoeming op voor hun onmundige kinderen.
Zij benoemden: Cornelis Aaronsz. zijn vader en Jan van
Vechoven not(ari)s zijn zwager en voorts van haar kant,
haar vader Adriaen Janss Haes en haar broer Jan Adriaenss
Haes.
Zie aldaar voor verdere informatie, de akte zelf moet
opgezocht worden!
Op 06-03-1654 wordt ’de notaris Vechoven’ en Aron
Cornelisz. Duerkant
genoemd als voogden over de kinderen van Jacob Claesz.
Backenes en
Jannichgen Cornelis Duerkant, zie bij het begraven van
Jacob voor meer informatie.
Beroep:
|
|
notaris te Utrecht |
|
|
X. Peterske Duerkant is geboren omstreeks 1605,
dochter van Cornelis Aaronsz. Duerkant (zie 1) en Barbara Peters.
Religie:
|
|
Gereformeerd |
|
|
Peterske:
(1) trouwde, ongeveer 20 jaar oud, op 30-10-1625 in
Utrecht met Theunis Adriaans
Isseldijk.
Notitie
bij het huwelijk van Peterske en Theunis: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
(2) trouwde, ongeveer 48 jaar oud, op 30-10-1653 in
Utrecht met Michiel Goossensz. van
den Berg.
Notitie
bij het huwelijk van Peterske en Michiel: Kerkelijk huwelijk (kerk): gereformeerd
Gegenereerd
met Aldfaer versie 4.2 op 20-06-2010 21:03